Wat maakt een weerbaarheidstraining nou 'echt' goed.
Iedere weerbaarheidstrainer wil het verschil kunnen maken, maar we zien dit niet altijd even gemakkelijk gaan in de praktijk. Beginnende trainers focussen zich bijna altijd vooral op de werkvormen en de uitvoering daarvan en veel opleiders hebben niet de praktijk ervaring verder te gaan dan die werkvormen. Jammer, want juist daarachter zit verscholen de verdieping, daarbij is jouw eigen framing en taligheid enorm belangrijk. Dus hoe leidt je de werkvorm in, wat observeer je, waarop en wat koppel je terug en waar leg je als trainer de accenten op. Deze taligheid zorgt er mede voor of een werkvorm / energizer binnenkomt of niet en iedere degelijke opleider zal hier veel mee oefenen. Want wanneer werkvormen binnenkomen, ontstaan er reflectie. Vanuit deze reflectie gaan kinderen nadenken over gedrag en oefenen met nieuw gedrag, zoals lichaamstaal, uitstraling, samenwerking enz. Dat is natuurlijk wat jij als trainer uiteindelijk wilt creëren.
Tevens is het belangrijk de werkvormen als een geheel te brengen, de overgang tussen de verschillende werkvormen in een les moet dan ook vloeiend en soepel lopen. Er moet een bepaalde logica in zitten. Biedt nooit zomaar een werkvorm aan, omdat je denkt dat het leuk is die er even tussendoor te doen. Bekijk de inzet van werkvormen vanuit het cursusdoel en bepaal van te voren waar je de accenten op wilt leggen.
Eigenlijk wordt de kwaliteit van iedere weerbaarheidstraining dus vooral bepaald door degene die de training verzorgt. Onze trainers leren jou graag deze 'kneepjes' van het vak!